Familie Loots

Lief zijn moet je leren

Dinie, Derkje en Gerrie. Drie generaties vrouwen. Hun levens lijken op elkaar. Alledrie groeien ze op in gezinnen met weinig geld. Derkje en Dinie krijgen allebei heel jong kinderen. Derkje is net als haar moeder huiverig om de straat op te gaan. Ze zijn gewend aan problemen en ruzies. Toch veranderen sommige dingen wel. Zo leert Derkje in therapie om complimentjes te geven en haar gevoel te tonen. De eerste keer dat ze tegen Gerrie ‘ik hou van je’ zei, schoot ze in de lach. Het klonk zó raar.

Dinie Klok (1937-2007)

,,Kom eens hier’’,

zegt Dinie. Haar dochter Derkje is op ziekenbezoek. Dinie heeft niet lang meer te leven, dat weten ze allebei. Ze is benauwd.

,,Kom eens hier.’’

Derkje komt niet. Ze houdt afstand. Ze denkt: ik kijk wel uit. Nooit zal ze vergeten wat haar oma op het sterfbed deed. Dat was in 1970. Derkje was een jaar of vijf en ging met haar moeder mee naar oma in ziekenhuis.

,,Kom hier’’,

zei oma tegen haar moeder. Dinie ging bij het hoofdeind van het ziekenhuisbed staan. Pats! Met de vlakke hand sloeg oma haar moeder in het gezicht. Derkje had geen idee waarom. Maar vandaag, 37 jaar later, neemt het zekere voor het onzekere. Ze zet geen stap dichterbij.

Onderschrift?

Na zijn dood ontspoorde Derkje. Ze vertrok. Ze voelde geen warmte bij haar moeder en dacht dat haar leven beter zou worden als ze haar eigen gezin begon. Toen Derkje op haar vijftiende zwanger bleek, zei Dinie in het ziekenhuis dat ze het kindje maar weg moest halen.

,,Dat kan niet’’,

zei de dokter.

,,Ze is al vijf maanden heen.’’

Daarna was het lang stil tussen Dinie en Derkje.

Dinie had een nieuwe liefde gevonden in de buurman, een man die haar vereerde. Hij was Heilssoldaat.

Haar kinderen vonden het moeilijk dat ze zo snel hertrouwde, maar later begreep Derkje het wel. Mannen die een weduwe met zeven kinderen in huis willen nemen zijn schaars. En ze voelde bij haar stiefvader meer warmte dan bij haar moeder.

Derkje kreeg als tienermoeder niet dat betere leven waar ze op hoopte. Erger: het werd een puinhoop. Op het moment dat Derkje niet meer voor haar zoon kon zorgen, stond haar moeder klaar om hem op te vangen. Dinie nam het jongetje tot zijn tiende in huis.

Derkje Loots (1965)

,,Ik maak een mooi wichie van die’’,

zegt de tandarts.

,,De jongens lopen straks allemaal achter je aan.’’

Derkje lacht de gebitsloze lach die ze al jaren lacht.

Jongens? Daarvan heeft ze haar buik wel even vol. Haar derde man is er net vandoor gegaan met een ander. Die twee daarvoor? Normaal wel lief, maar als ze drank op hadden was het kut.

Het is 2017. Haar schoonzus heeft Derkje meegenomen naar de tandarts voor een kunstgebit. Die tanden is ze al heel lang kwijt, maar ze was bang. En ze kwam toch bijna nooit buiten, dus zo veel maakte het niet uit.

In dat laatste huwelijk zat ze er voor Piet Snot bij. Hij had zijn feestjes, zij zat om zeven uur ‘s avonds op bed televisie te kijken. Dweilen deed ze, eten koken, zorgen voor de kinderen. Een leven zonder inhoud, als ze het achteraf bekijkt. En dan ook nog verlaten worden voor zo’n jong wicht.

Soms fantaseert Derkje over wraak. Benzine door de brievenbus, lucifer erbij. Ze doet het niet hoor. Want dan denk je later weer: wat heb ik gedaan?

Nee, een mooi leven heeft ze niet gehad.
Daar had ze natuurlijk ook zelf een aandeel in. Ze koos verkeerde mannen. Werd zwanger op haar vijftiende omdat ze dacht dat een kind haar leven beter zou maken.
Een knappe man, geportretteerd in zwart-wit, als een filmster uit de jaren vijftig. Haar held.

Met haar nieuwe kunstgebit loopt Derkje over straat. Naast haar loopt een coach. Ze helpt Derkje om weer naar buiten te gaan. Stapje voor stapje.

In haar eentje over die drempel stappen durft ze niet meer. Buiten is ze bang dat ze doodgaat. Ze heeft zoveel mensen zien gaan. Ze is ook bang voor het geklets. Voor alles wat er altijd maar over haar en haar familie gezegd wordt.

Samen lopen gaat wel. Zolang die coach praat, gaat het goed. Zodra het stil is begint het hoofd van Derkje te malen. Dan wordt ze duizelig. Ze heeft wel eens al haar tassen in de winkel laten staan toen dat gevoel haar overviel.

Als ze boodschappen moet doen vraagt ze Gerrie om mee te gaan. Haar jongste dochter woont nog thuis. De anderen zijn groot. Derkje heeft zeven kinderen gekregen. Eén jongetje overleed toen hij een paar maanden oud was. Zoiets vergeet je nooit. Hij had al tandjes.

Derkje heeft na de scheiding het huis in Stadskanaal gehouden. Haar ex is vertrokken, zijn spullen heeft ze weggegooid. Ze heeft een jonge poes en een klein hondje. Haar woning is netjes en knus gemaakt met decoratie van de Action. Als ze in de zomer voor het huis zit, schuiven de verstandelijk gehandicapten die verderop wonen wel eens aan. Iedereen komt voor haar koffie, daar is ze trots op.

Naast haar voordeur hangt een bord:

‘Wie hier niet als vriend binnenhuppelt,

wordt er meteen weer uitgeknuppeld’.

Derkjes weekgeld is vijftig euro. Soms kan ze bij de voedselbank terecht, soms kijkt ze of er iets te halen is bij de volkstuintjes verderop. Vanwege haar suiker moet ze gezond eten: groente, vis, kip. Dat is duur.

Soms maakt ze gebruik van potjes, van de gemeente of zo. Voor een verjaardagscadeau voor haar dochter, voor schooldingen, een winterjas. Veel mensen met weinig geld weten helemaal niet dat er dat soort potjes bestaan. Dat vindt ze jammer.

Je komt ook niet altijd in aanmerking. Laatst werd er via Facebook eten voor huisdieren aangeboden. Derkje kreeg niks. Ze zeiden dat je geen dieren mocht hebben als je in de bewindvoering zat.
Bij weggeefwinkel Veur Noppes in Stadskanaal haalt ze soms kleren of meubels weg. Daar begrijpen de vrijwilligers hoe het is. Het maakt niet uit hoe je in de schulden terecht bent gekomen. Je zit erin. Klaar.

Je wordt er al zo vaak op afgerekend.

De eerste keer dat ze weer buiten liep dacht Derkje dat ze midden op straat neer zou vallen. Ze was een wrak. Verslaafd aan medicijnen ook nog. Paracetamol, zenuwtabletten, bloeddruktabletten. Middelen voor de cholesterol en de suiker.
Nu loopt ze toch. Steeds een stukje verder. Na de scheiding heeft ze besloten dat niemand haar meer vertelt wat ze moet doen. Ze gaat haar eigen weg, ze wil door voor haar jongste. Gerrie is de enige die in haar gelooft.

‘Wat heb ik toch een mooie dochter’, schrijft ze op Facebook. Derkje heeft in therapie geleerd om wat liefs te zeggen. Complimentjes te geven, zeggen dat ze van haar kinderen houdt. De eerste keer dat ze het deed schoot ze in de lach.

Het klonk zo raar.

Gerrie van Riezen (2005)

Barbie gromt naar iedereen die binnenkomt. De chihuahua van Gerrie heeft pups. Niet groter dan je hand zijn ze, en superschattig. Barbie laat bijna niemand in de buurt. Maar als Gerrie uit school komt, staat ze met haar oren recht omhoog enthousiast te kwispelen.

Gerrie is dertien jaar. Ze zit in de brugklas van Maasdreef in Stadskanaal en wil later kapster worden. Ze woont alleen met haar moeder Derkje en Barbie. Haar oudere broers en zussen zijn al uit huis, alleen zus Dinie, die in een kamertrainingscentrum woont, komt nog regelmatig langs.

Soms kijkt Gerrie samen met haar moeder naar TLC. Dan wappert ze demonstratief met haar hand als de sigarettenrook van haar moeder haar neus in trekt. ,,Ma-ham!’’ Meestal zit ze op haar telefoon die altijd bliept door een permanente stroom aan berichtjes.

Op haar Facebook deelt ze zinnetjes als ‘Vroeger was ik rustig, stil en verlegen, maar ik heb geleerd een bitch te zijn als het nodig is’ of ‘Kijk uit wat je zegt over mij ik kom overal achter. Karma is a bitch but me too.’

Barbie ligt op de bank op een pluizig roze kussentje in de vorm van een hartje. Bij elk telefoongeluidje schieten haar oortjes de lucht in. Chihuahuas zijn duur. Gerrie heeft Barbie gekregen van een oom.

Dieren zijn leuk. Het liefste wil Gerrie op paardrijden, maar haar moeder kan het niet betalen. Ze zegt dat ze er een speciaal sportpotje voor nodig heeft en dat paardrijden daar dan net weer niet onder valt. Gerrie weet ook niet waarom. Omdat het geen echte sport is, of zoiets.

Zingen doet Gerrie ook graag. Eén keer heeft ze opgetreden: met haar nichtje op een feest in de Parkwijk. Haar moeder en tante willen haar al opgeven voor de Voice of Holland. Zelf weet ze niet of ze dat wel wil. Zingen helpt gewoon als ze zich niet goed voelt.

Op tafel ligt de uitgeschreven tekst van een liedje van Latifah.

I don’t care about your feelings

I don’t care about your blow

So when I’m cheating I’m cheating

ik geef geen fuck om je love

Op televisie passen bruiden jurken in Say Yes To The Dress. Gerrie heeft een keer zo’n echte bruiloft gezien, toen ze logeerden in de Burcht in Wedde. Allemaal vrouwen op hoge hakken waar ze eigenlijk niet eens op konden lopen.

In Wedde waren ze voor het eerst een week van huis. Ze organiseren daar in de burcht vakanties voor kinderen die, zoals ze het noemen, ‘aan de andere kant van het geluk geboren zijn’.

Gerrie zag soorten vlees op tafel staan die ze nog nooit had gezien. Haar nichtje vond de pudding zo lekker dat ze het van haar bord likte. Gênant.

Gerries moeder heeft nog steeds contact met een Syrisch gezin dat ook in Wedde op vakantie was. Aardige mensen. In Nederland, zegt haar moeder, zijn we niet echt arm.

De pups van Barbie liggen samen in een doos te slapen. Ze mogen niet blijven. Gerrie had er al eentje uitgezocht om te houden, maar van de bewindvoerder mogen ze maar één hond hebben. Anders is het te duur met tandartsen en zo.

Gerrie koos voor Barbie.