De cameraploeg van Brandpunt staat op 14 februari 2017 in de kamer. Fiona, blonde meid van 17, zit naast presentator Henk van der Aa op de bank. Het is een beetje ongemakkelijk, maar het gaat.
,,Spullen stellen voor mij niet veel voor’’, zegt ze voor de camera. ,,Op de basisschool geloofde ik dat dat wel zo was, ook door wat anderen me vertelden. Maar ik heb geleerd, ook door mama’s werk, dat je niet alleen rijk in geld kunt zijn, maar echt in veel meer.’’
Aan de andere kant van de presentator zit haar broertje Simon in zijn witte T-shirt. Hij vertelt dat kinderen wel eens zeggen dat hij arm is. ,,Maar dan denk ik bij mezelf, wij zijn niet arm want we kunnen elke dag eten, hebben elke dag stroom, dus dan noem ik ons niet arm.’’
Hun moeder luistert met een trotse glimlach. Ze zegt niets, maar op haar gezicht zie je altijd precies wat ze denkt.
Op de middelbare school zei Fiona meestal dat ze al andere plannen had. Als er een uitje was dat ze niet kon betalen, als ze werd gevraagd om mee te gaan naar de film, als er een feestje was. Jammer, maar ze had al iets.
Ze vertelde liever ook niet dat haar ouders gescheiden waren. Kinderen met gescheiden ouders waren ‘raar’. Daar wilde ze niet bij horen.
Na de scheiding heeft ze haar vader jaren niet gezien. De baksteen die hij op het hoogtepunt van de ruzies door de ruit gooide was de druppel. In die tijd zakte ze op school af naar het niveau vmbo-kader. Ze kon echt wel beter maar ze had haar hoofd er niet bij.
Fiona moest ook wennen aan het nieuwe huis. Door de schulden haar ouders bij de woningbouwvereniging hadden kon mama niets huren, dus hadden opa en oma Van der Laan een huis voor hen gekocht. Anders hadden ze op straat gestaan. Het nieuwe huis was minder fijn, gelukkig hadden ze geweldige overburen die hielpen met van alles.
Haar moeder had alleen een bijstandsuitkering. En die schulden. Toch ging het financieel beter dan toen ze nog getrouwd was: haar moeder had nu meer controle en overzicht over het geld dat er wel was.
Op scouting raakte Fiona in die tijd haar verlegenheid kwijt. Je kunt je daar niet verstoppen, je moet wel samenwerken en communiceren. Haar moeder was daar als leiding, ze voelden zich er thuis en maakten er allebei vrienden. Het kan Fiona nu niet zoveel meer schelen wat anderen van haar denken.