Een onveilige jeugd laat zich niet negeren. Ze werd depressief, bleef soms weken in bed. Ze voelde zich een slechte moeder. Ze had Bert verteld dat ze zich aangetrokken voelde tot vrouwen, had het gevoel dat dat niet eerlijk was tegenover hem. Maar stappen zetten, om hulp vragen, durfde ze niet. Wie angstig is, vindt bescherming in zwijgzaamheid. Manuela was er dus wel, maar voornamelijk niet en wilde er eigenlijk helemaal niet meer zijn.
Het was de dood van haar vader, drie jaar geleden, die alles in werking zette. Manuela, de vrouw die haar tranen in kon slikken als geen ander, huilde dagenlang. Maar besefte tegelijkertijd: dit is verdriet is te groot. Het is buiten proportie.
Dat was het moment dat ze professionele hulp zocht. Het was de eerste stap waarmee ze zich uit het drijfzand van haar jeugd zou bevrijden. Waarmee ze de stem in haar binnenste het zwijgen kon opleggen, de stem die altijd fluisterde: ‘stel je niet aan, hou op te janken’.
Ze scheidde ruim een jaar geleden van Bert, in goed overleg. Hij blijft haar beste vriend. In haar zoektocht naar een andere woning stuitte ze op dit huis en wist dat ze hier wilde zijn: in de Christiaansstraat.
Vorig jaar deed ze mee aan ‘Moederliefde’, een theaterstuk voor en door moeders, van productiehuis Loods13 in Emmen. Eigenlijk wilde ze gewoon koffie zetten en in de coulissen toekijken, tot ze besefte dat ook die andere vrouwen met drassige problemen worstelden. Ze praatte tussen de bedrijven door met hen, over Christiaan, over zijn grafsteen, over het moederschap, haar twijfels, de raadsels van het leven. Manuela, de vrouw die aan de zijlijn wilde blijven, stapte de spotlights in; van het donker naar het licht.
En toen ze net als de andere vrouwen op het podium moest vertellen wie haar kinderen waren, zei ze trots: ‘Ik ben Manuela. De moeder van Shakira, Savannah, Djaylano. En van Christiaan.’